Pagina's

maandag 7 januari 2013

Klas 6: Boekverslag, De Engelenmaker, Stefan Brijs

Type verslag: Algemeen

Algemene informatie:


Stefan Brijs, De Engelenmaker
2005, Uitgeverij Atlas Amsterdam/Antwerpen
ISBN 978 90 450 1384 8
429 pagina's


Genre: (Psychologische) Roman


Samenvatting

“De Engelenmaker” bestaat uit drie delen.
Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Dokter Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen merkt men dat hij best meevalt. Ook zijn zoons vallen mee, ze hebben een hazenlip net als hun vader en lijken sprekend op elkaar. Als de dokter de namen van de kinderen noemt, schrikken de bewoners toch wel. Ze heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.
De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in, die steeds meer te weten komt over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties, wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt en de kinderen mogen nooit naar buiten. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, komt zij door een vreselijk ongeluk om het leven.In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd als student, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als “debiel” in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en praten. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een universiteit. Hij blijkt een briljant genie in het klonen van zoogdieren. Eerst oefent hij op muizen, later op mensen. En inderdaad, zijn kinderen zijn klonen, van hem. Helaas gedraagt Victor zich raar, waardoor de staf van de universiteit aan hem twijfelt. Rex Cremer, de stafarts, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet.In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer opnieuw in aanraking met Dokter Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Dokter Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar “kinderen” opzoeken. Als ze bij Dokter Hoppes huis aankomt is er al één dood. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door.Uiteindelijk, terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg volgen, kruisigt Dokter Hoppe zichzelf. Hij vergelijkt zichzelf met Jezus en dit is volgens hem de opdracht die hij moet volbrengen. Hij eindigt aan het kruis, terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt.





Verwachtingen

"Jullie mogen hier niet van school gaan voordat jullie een boek van Stefan Brijs hebben gelezen!", zo sprak onze leraar tegen Tobias en mij.
Mijn verwachtingen toen ik dit boek in mijn handen gedrukt kreeg waren daardoor uiteraard hooggespannen. Met niets meer dan de informatie van de flaptekst en een sterke aanbeveling van een ervaringsdeskundige begon ik het boek te lezen. En uiteindelijk, zo kan ik vertellen, bleek het een boek van jewelste, een om te onthouden.


Motieven en Thema's

Geloof en ethiek zijn de belangrijkste thema's in De Engelenmaker. Losstaand, maar ook in combinatie. Om te beginnen zijn Bijbelse aspecten en uitspraken een terugkerend element. "God geeft en God neemt." en "U heeft God het nakijken gegeven." zijn zomaar twee uitspraken waarin God een niet onbetekenende rol speelt. Ethiek komt terug op het gebied van Hoppes mening over goed en kwaad. Hij gelooft hier namelijk niet in een middenweg, alleen in de twee uitersten. Men is óf goed, óf slecht.
Deze twee aspecten komen samen wanneer Hoppe betuigt dat God slecht is. Immers heeft hij Jezus verlaten toen deze aan het kruis hing en van daaruit redeneert onze hoofdpersoon verder. Langzaamaan begint het erop te lijken dat zo'n beetje alles wat God doet en gedaan heeft naar Hoppes mening slecht is, in tegenstelling tot Jezus, die een idool voor hem is en waar hij zichzelf mee vergelijkt.
Zowel deze significant andere kijk op God en Jezus als de 'lef' om zich als sterveling te vergelijken met de Zoon van God zijn voor ons schokkende zaken. Toch worden deze in het boek onderbouwd op een manier waarop de lezer begrip krijgt voor de situatie, wat een lastige, maar geslaagde zaak is voor de schrijver.

Het leven in een klein dorp zie ik als een fantastisch motief in dit boek, met roddels als de onderliggende hoofdgedachte. Het leven in een kleine gemeenschap als Wolfheim brengt met zich mee dat alles bekend is, open is, en zodra er iets gebeurd is wat nog niet iedereen weet, hoef je niet lang te wachten totdat dat wel het geval is. De dokter en zijn rare, zelden geziene kinderen zijn wanneer zij in het dorp komen wonen het gesprek van de dag, vanwege de eigenaardigheid. Later, als de dokter sterk in aanzien stijgt, wil dan opeens iedereen zo dicht mogelijk bij de dokter staan, om ofwel belangrijk te lijken, een graantje mee te pikken, of meer roddels te kunnen verzamelen. Eigenlijk maakte dit boek betreft dit motief mij weer duidelijk wat de hypocrisie van de meute kan zijn en hoe privacy een begrip van pas de laatste jaren is, doch nu al mislukt. Maar dat, beste mensen, is weer een heel ander verhaal.

Tot slot kan ik achter in de rij wellicht ook medische vooruitgang plaatsen als motief. In combinatie met de aspecten van het dorpsleven die ik net beschreef, laat de schrijver zien hoe de wetenschap samenleving en tijdsmoraal vooruit kan zijn. Ook wordt, als je het dorp bekijkt als metafoor voor de samenleving, op interessante wijze een link gelegd met de hedendaagse denkwereld betreft medische ethiek, waar ook weer de laatste tijd een hele hoop om te doen is.



Beoordeling

Tijd:
Het boek is duidelijk ingedeeld in tijdsvakken. De schrijver vermeldt regelmatig exacte data. Zo weten we dat Victor Hoppe wordt geboren op 4 juni 1945 en sterft op zondag 21 mei 1989. Deel I speelt van 14 oktober 1984 tot 1988. Deel II loopt van zijn geboorte tot aan de zomer van 1984, waarin het experiment van zijn persoonlijke kloning plaatsvindt. Deel III behandelt dan weer de periode van 1988 tot 21 mei 1989. De korte epiloog, hoofdstuk 12, heeft plaats op zaterdag 19 mei 1990.

Ruimte:
Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in het dorp Wolfheim, een klein, Duitstalig, fictief dorpje in België, vlakbij het drielandenpunt en de Vaalserberg. Het dorpje is katholiek, enigszins ouderwets en terughoudend en de beschreven bewoners hebben veelal typische eigenschappen, maar worden ook vaak als geheel tentoongesteld. Zoals ik al beschreef bij Motieven en Thema's zijn het dorp en diens bewoners in mijn ogen een ontzettend interessante locatie en komt het goed uitgedacht op mij over. De precieze ligging, grootte, inwonereigenschappen, moraal en ga zo maar door, het klopt allemaal precies. Daarbij vormt het dorp, met de eigenschappen die ik net noemde, een geweldig doch grillig contrast met de wetenschappelijke experimenten van de nieuwe inwoner: dokter Hoppe.


Eindoordeel

Door het bovenstaande verslag heen heb ik al af en toe mijn lof geuit tegenover bepaalde aspecten van dit boek die mij erg aanspreken. De thema's en motieven waar ik in het boek op stuitte, vind ik buitengewoon interessant. Over de 'clash' tussen religie, ethiek en wetenschap - in trio, maar ook elk in combo - vind ik altijd erg leuk om te lezen en ik denk dat dit aspect velen met mij aanspreekt. 
De bedachtzaamheid waarmee de ruimte is uitgekozen, vind ik lovenswaardig. Alles klopt. Van hieruit sla ik dan ook graag gelijk een brug naar de sociale en maatschappelijke elementen in dat dorp, zoals ik beschreef bij het motief over het dorpsleven. Interessante ontwikkelingen, psychologische verschijnselen en maatschappelijke kwesties: alle spelen een rol in het dorpje. Dit vind ik denk ik nog wel het allerleukste aan De Engelenmaker, waarvan ik tegen iedereen kan zeggen: als je geen zin hebt in lange, lastige zinnen, ook al heb je geen enkele scheikundige kennis (zoals ook ikzelf) en als je ook maar een greintje maatschappelijke interesse hebt,
dan moet dit boek gelezen worden.

5 opmerkingen:

elise van tilborg zei

Zoals je waarschijnlijk al gezien hebt of nog gaat zien, is mijn afgelopen verslag over hetzelfde boek. Ik vond het leuk om bijna dezelfde motieven aan te treffen. Hier en daar zag ik nog enig verschil en vonden we verschillende dingen belangrijker dan andere. Jouw visie snap ik ook heel goed, omdat ik zoveel van het verhaal wist.
Bij je eind oordeel vond ik eerlijk gezegd dat je iets te veel een samenvatting gaf van het bovenstaande en niet opnieuw je hele mening op een rijtje zette. Het is wel kort en krachtig en heeft een leuke afsluiting. Ook vind ik het leuk dat je net als ik het scheikundige gedeelte aanhaalde!
Al met al een goed verslag! Zeker om de zesde mee af te sluiten!

Tobias Wouters zei

Och Mark toch, wat heb je me geraakt met dit verslag. Of beter gezegd: wat werd ik gegrepen door het verhaal. Een gestoorde dokter die drie klonen creëert en ze dan ook nog eens de lugubere namen Michaël, Rafaël en Gabriël geeft. Omdat ik ook Post voor mevrouw Bromley heb gelezen (inderdaad, van dezelfde auteur), kan ik nu niet wachten om ook aan dit werk te beginnen.
Ik heb genoten van je verslag, als ook van je taalgebruik. Men kan de eigen kwaliteiten niet vaak genoeg horen, zeg ik altijd maar.
Er speelde een glimlach op mijn mond, toen ik zag dat je erg geïnteresseerd bent in de clash tussen religies. Wat een toeval namelijk, dat wij samen met meneer Hickey hebben mogen genieten van Hipatia, in Agora!
Ja, je verslag had vele punten van herkenning, waar ik enkel lyrisch over kan zijn.

Het was een eer om op jou te mogen reageren.

Anoniem zei

fagot

Anoniem zei

wow, rustig, dat mag gwn hoor

Anoniem zei

idd, k zei ook niet dat het slecht was, ik stelde gwn n feit vast, fucksake