Pagina's

dinsdag 29 mei 2012

Klas 5: Betoog Verlichting, Kleine Gedigten voor Kinderen, Hieronymus van Alphen

Algemene gegevens
Hieronymus van Alphen, Kleine Gedigten voor Kinderen 
Eerste druk 1778
(J.G. van Terveen, Utrecht?)




Verslag


De verlichting in Nederland besloeg ongeveer de tweede helft van de 17e en de rest van de 18e eeuw. De stroming heeft als belangrijke pijlers rationaliteit en humanisme. In deze zelfde tijd, om precies te zijn 1778, werd door Hieronymus van Alphen Kleine Gedigten voor Kinderen uitgebracht, een verzamelbundel van moraliserende gedichten bedoeld voor kinderen. De bundel bestond uit drie eerder verschenen werken, waarvan de laatste twee een vervolg waren op het succesvolle, veelvuldig verkochte eerste deel.
Deze gedichten waren oorspronkelijk bedoeld voor Van Alphens eigen kinderen, maar omdat deze er zo weg van waren, besloot Van Alphen ze ook uit te geven. Meer dan twee eeuwen lang heeft Kleine Gedigten voor Kinderen een niet te onderschatten invloed gehad op het opvoedingsproces van kinderen in Nederland en het vormde belangrijke kinderliteratuur.


Naar mijn mening is Kleine Gedigten voor Kinderen een werk dat behoort tot de literaire stroming van de verlichting. Hiervoor zijn enkele argumenten aan te wenden.
Ten eerste is uit de gedichten van Van Alphen duidelijk op te merken dat hij streeft naar orde en regulering, in dit geval van de samenleving. Het doel van de schrijver is het bijdragen in de opvoeding van het kind en diens ontwikkeling naar een goed functionerend en handelend persoon in de gemeenschap volgens de in die tijd heersende moraal. Deze orde en regulering zijn een belangrijk kenmerk van de verlichting. Het bovenstaande kan worden bewezen met een van de beroemdste gedichten van Van Alphen:



De pruimeboom
Eene vertelling
Jantje zag eens pruimen hangen,
O! als eijeren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
En niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
Ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
Die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen,
Voor aan op het middelpad.
Kom mijn Jantje! zei de vader,
Kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
Nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging Papa aan 't schudden
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.



Hier is duidelijk het moraliserende proces te bemerken; Van Alphen probeert bij te dragen aan de opvoeding van kinderen.


Hierop sluit het volgende mooi aan: in de verlichting sprak men van de noodzakelijke aanwezigheid van een rationele en universele moraal, geldig voor het handelen van alle mensen op aarde en onafhankelijk van een godsdienst, die onder elke omstandigheid zou moeten worden nageleefd en gestimuleerd. Vooral dit laatste is goed terug te zien in dit boek van Van Alphen. Aanhangers van de verlichting hechtten grote waarde aan populariserend en pedagogische manieren om hun ideeën te verkondigen en dit boek is hier een goed voorbeeld van.


Tot slot is de 'tabula rasa' een belangrijke eigenschap van de periode van de verlichting. Een mens is bij diens geboorte een onbeschreven lei en wordt gevormd door opvoeding en overig milieu. Ook bij Van Alphen komt dit duidelijk naar voren. De gedichten gaan namelijk over allerhande pedagogische dingen. Dit blijft niet allen bij pruimen stelen, maar loopt uiteen van leren ("Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, En waarom zou mij dan het leeren verveelen?") tot eerlijk zijn ("Kom Keesje lief! hou op met krijten, Zei moeder toen: 'k Wil u dien misslag niet verwijten, Hij kreeg een zoen.")


Dit alles vormt evident bewijs dat de verzamelbundel Kleine Gedigten voor Kinderen van Hieronymus van Alphen te scharen is onder de literatuur van de verlichting. Er wordt gesproken van het naleven van regels, het naleven en stimuleren van de universele moraal en de welbekende tabula rasa en dit zijn enkele van de belangrijkste onderwerpen van het verlichte gedachtegoed. Van Alphens gedichten hebben nog lang invloed gehad op de pedagogiek in de Nederlandse samenleving en dit laat de waarde die aan het werk werd toegekend duidelijk zien. Tegenwoordig zouden de gedichten echter minder van toepassing zijn, omdat het gedachtegoed enigszins achterhaald is. 
Desalniettemin is met het bovenstaande bewezen dat Kleine Gedigten voor Kinderen inderdaad behoort tot de verlichting en hoewel de boodschap erachter er tegenwoordig misschien minder toe doet, is het nog steeds zeer vermakelijk om de gedichten eens door te lezen en ik beveel dit dan ook van harte aan.

2 opmerkingen:

Wimmel Bel zei

Mark,

Ik las net een paar stukken van Matthijs en die vond ik best goed, maar nu ik jouw stuk lees zie ik dat het nog een stuk beter kan.
Je schrijft duidelijk, maar je verhaal is leuk om te lezen, je geeft goede argumenten, weerlegt tegenargumenten en je hebt een prachtige opbouw.

Kan hier simpelweg niks op aanmerken. Toppertje dit.

Willem

Dennis van Aarssen zei

Ik kan het niet meer dan eens zijn met Wimmel hier. Het ziet er goed uit. Je bent één baas.